U bent hier:

Hendrik Gradus (ter) Huirne (1862-1941)

Hendrik Gradus is de derde zoon van Hermanus Hendrikus en Johanna Hendrieka Hogelugt. Hij is geboren op 4 september 1862 op het Olde Hoes. Hij heeft dan twee oudere broers, Antonius Theodorus (1857-1901) en Johannes Theodorus (1859-1919), roepnaam Derk. Hij krijgt nog drie zussen Aleijda Maria (1865-1947), Johanna Geertruida (1871-1946)  en Johanna Maria (1873-1947). Hij krijgt ook nog  twee broers, Grades Johannes , maar hij wordt slecht 2 jaar oud en Johannes (Jans) (1878-1948).

https://www.genealogieonline.nl/stamboom-huirne/I752.php

Hendrik Gradus trouwt op 13 juni 1894 in Groenlo met Johanna Maria Walterbosch[13], geboren op 13 december 1859 in Lievelde (Lichtenvoorde)[14]  Op hun trouwdag was het koud voor de tijd van het jaar, 12,9 graden. [15]
Zij komt uit een boerengezin met tien kinderen. Voordat ze met hem trouwt is zij dienstbode bij timmerman Gunnewiek, die op nummer B46 woont. Hendrik Gradus woont op  B43! Ze zijn dus buren.


www.familysearch/Registers Burgerlijke Stand/Groenlo/Huwelijksbijlagen 1883-1912
, no 11

Ze wonen eerst nog een jaar of zes op het Olde Hoes, maar in 1904 is de nieuwe boerderij klaar en verhuizen ze daar naar toe.Het Olde Hoes is gesloopt..
Het is natuurlijk – vooral in de eerste jaren – keihard werken, maar Hendrik Gradus krijgt hulp van zijn broer Jans. Die is meegegaan naar de nieuwe boerderij.

Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw komt de Nederlandse economie uit een crisis en klimt ook de landbouw geleidelijk uit het dal. De oogsten en de verkoopsprijzen stijgen langzaam maar zeker. Ook het aantal melkkoeien neemt toe – Hendrik Gradus heeft er in het begin van de 20e eeuw al 12.
De oorzaken van die economische groei zijn gelegen in de innovatie van de landbouw en de veeteelt. Zo wordt er nu kunstmest gebruikt en komt de fabrieksmatige zuivelproductie op.

In 1911 sterft Johanna op 51-jarige leeftijd aan kanker. Het verhaal gaat dat Gradus met de urine van zijn vrouw naar Raesfeld bij Borken (Dld) ging om het te laten onderzoeken. Daar hoort hij dat ze nog maar enkele maanden te leven heeft. [16] Na haar dood staat hij er dan ook alleen voor. Zijn moeder Johanna Hogelugt, die ook op de boerderij woont, helpt hem   in de huishouding.

Hendrik Gradus woont tot aan zijn dood in 1941 aan de Papendijk samen met het jonge gezin van zijn jongste zoon Toon en schoondochter Dien. Volgens kleindochter Annie trok hij sommige kleinkinderen voor.

Hennie en Marietje ( de oudere zus en broer van Annie, MH)  konden niks verkeerd doen, maar ik kon niks goed doen. Ik zie hem nog zo zitten, leunend op een blok hout op de rand van de oven. Hij kreeg 's ochtends van mijn moeder brood en een ei, Marietje kreeg het dopje en Hennie een stukje en mij duwde 'ie weg. Maar hij had ook zijn goede dingen. Wij hadden dokter Wentholt, met bolhoed en zilveren stok. Hij was aan de drank had een hekel aan kinderen en sloeg je zo aan de kant. En dan zei opa wel: kind, kom maar gauw hier. Dan was 'ie wel zorgelijk.

Volgens Annie was hij 'breed van boven, maar smal van onderen' en had hij 'geen kont'. Een flinke kop met haar, maar altijd een pet op. Hij had veel mensenkennis, Dat bleek bijvoorbeeld uit het feit dat hij tegen Leis, de zus van haar moeder Dien zei: Je krijgt een man die erg op de centen is en dat kwam dus ook wel uit. Bernhard, (de echtgenoot van Leis), smokkelde in de oorlog, en daar heeft hij veel aan verdiend.[17]
Kleinzoon Bennie vertelt dat ‘opa een noeste werker was die geen medelijden met zichzelf had en ook niet met een ander18]

Hendrik Gradus en Johanna krijgen tussen 1895 en 1905 vijf kinderen, drie zonen en een dochter die allen nog geboren worden op het Olde Hoes, behalve de jongste zoon Theodorus Antonius.
Johanna Maria (Hanna) Huirne (1895-1967) de oudste dochter, trouwt in 1926 met Hendrikus Bernardus Harbers, een boerenzoon ook uit Eefsele. Ze wordt Hanne genoemd en was volgens Annie Huirne ‘een mooi mens die hield van een borreltje’. [19]

Oudste zoon Hermanus Hendrikus (1896-1978) werkt als melkventer, een taak die later wordt overgenomen door zijn jongste broer Toon.
Volgens de familieverhalen heeft Herman de kans  om boerderij over te nemen, maar doet hij alleen maar waar hij zelf zin in heeft. Hij is een heer met een bolhoed en handschoentjes en heeft een grote motor. Hij houdt van vrouwen en handelt in van alles en nog wat, maar vooral in vee en is een tijdje in de kost bij Banninghof[20]
Om voor het bezit van de boerderij in aanmerking te komen moet hij alles wat hij buiten de boerderij heeft verdient  inbrengen. Dat weigert hij.
Dit alles leidt er mede toe dat hij door zijn vader in 1926 wordt onterft[21] en moet toezien dat zijn broer Toon ‘eenigen en algeheelen erfgenaam’ wordt en ‘bij diens vooroverlijden zijne wettige kinderen en afstammelingen als bij plaatsvervulling" [22]
Wel zal hij een geldbedrag van 2000 gulden krijgen als hij in het huwelijk treedt vóórdat zijn vader zal overlijden. Als gehuwd man zal hij dan binnen drie maanden zijn vaders dood nog eens 2000 gulden ontvangen. Mocht zijn vader overlijden vóórdat Hendrik is getrouwd dan zal hij het totale bedrag van 4000 gulden binnen drie maanden krijgen uitbetaald.
Herman krijgt 2000 gulden want hij trouwt in 1926 met Theodora Bernardina Huls (1904-1951). Zij komt uit een boerenfamilie uit Sinderen (gemeente Wisch), maar woont en werkt als dienstbode[23] in Groenlo. Ze is 22 als zij met hem in het huwelijk treedt

Woonde aan de droebertweg. Gekocht met die 2000 gulden/ Wenen?  Onder Constructie

Aleida Maria, de tweede dochter en het derde kind, wordt geboren op 14 april 1898 en trouwt met Hendrikus Wilhelmus Wiegerinck uit Beltrum. Helaas overlijdt ze al op 37-jarige leeftijd in 1936. Ze heeft dan 6 kinderen.
Albertus Hendrikus, de tweede zoon van Hendrik Gradus, wordt geboren op 27 januari 1900, maar sterft op 23-jarige leeftijd aan tuberculose. Hij was een heel muzikale man die op zijn accordeon alles wat hij hoorde naspeelde. [24]

Theodorus Antonius (Toon), de derde en jongste zoon, wordt als eerste geboren op de nieuwe boerderij aan de Papendijk. Op 26 april 1905 ziet hij het levenslicht. Hij trouwt op 26 mei 1933 met Dien Reijrink. Hij is de vader van de huidige eerste generatie ‘Thoomsleu’, waarover elders meer.

Op 28 mei 1926 laat Hendrik Gradus zijn testament opstellen bij notaris Wolters te Groenlo waarin hij, zoals al eerder gezegd zijn jongste zoon Theodorus Antonius (Toon) tot enige erfgenaam benoemt.
Diezelfde dag wordt een akte van verdeling en scheiding [25] getekend door Hendrik Gradus en vier van zijn nog in leven zijnde kinderen. Het betreft de boerderij met grond aan de Papendijk, samen groot ruim 7 hectare, ca 5 hectaren grond te Lichtenvoorde, ca 8 hectare grond te Beltrum en één hectare weiland te Ruurlo, totaal met een waarde van f. 24.000, -
Voorts worden de roerende en lichamelijke goederen (meubilair en meer algemeen inboedel) en landbouwvoortvaring (vee en allerlei landbouwvoertuigen en – benodigdheden) verdeeld, totaal met een waarde van f. 3000,-
Hendrik Gradus verwerft levenslang het vruchtgebruik en een uitkering te betalen door zijn jongste zoon Toon.
Die laatste krijgt:

het blooten eigendom van alle voorschreven baten onder de verplichting voor de begrafenis en uitvaart van zynen vader (…) te zorgen.

Voorts wordt hij verplicht:

zyne zusters en broeder zoolang zij ongehuwd zyn een vryen ingang en thuiskomst te verleenen zoowel in gezonde als zieke dagen, mits gezond zynde tot huisbeste medearbeidende’.
Aan ieder zyner zusters en broeder uit te keeren een bedrag van vierduizend gulden (…)

Zijn twee zussen krijgen ook nog een uitkering ‘ieder ter waarde van één duizend gulden’ als zij door huwelijk of anderszins de boerderij zullen verlaten.
Onder aan de akte staat vermeld dat allen zijn uitbetaald met dien verstande dat Johanna Maria het bedrag in twee termijnen heeft gekregen, waarvan de laatste termijn van 2000 gulden op 6 juli 1940 is uitgekeerd.

Na zijn overlijden in 1941 wordt door zijn jongste zoon Toon een memorie van aangifte van successie getekend wegens de nalatenschap van zijn vader[26]. Daaruit blijkt dat Hendrik Gradus het vruchtgebruik dat hij geniet van de onroerende goederen overdoet aan Toon. Het betreft land in Eefsele, Lichtenvoorde, Beltrum en Ruurlo[27] en roerende en lichamelijke goederen (meubilair en meer algemeen inboedel) en landbouwvoortvaring (vee en allerlei landbouwvoertuigen en – benodigdheden). Voorts een bedrag van f.250, -[28]

 

Bronnen


[13] www.familysearch/Registers Burgerlijke Stand/Groenlo/Huwelijksbijlagen 1883-1912, no 11
[14]www.geldersarchief.nl
[15]https://www.genealogieonline.nl/over-de-dag/1894/06/13
[16] Interview Hennie en Bennie Huirne
[17] Interview Annie Huirne
[18] Interview Bennie Huirne 
[19] Interview Annie Huirne
[20] Interview Hennie, Bennie en Annie Huirne
[21] Memorie van aangifte voor het recht van successie wegens de nalatenschap van Hendrik Gradus ter Huurne, ook genaamd Huirne, gewoond hebbende te Groenlo en overleden aldaar den 13 februari 1941.
[22] Testament van den Heer H.G. ter Huurne te Eefsel in het Huirne archief
[23] www.ecal.nu Toegangsnummer: 0139 Gemeentebestuur Groenlo, (1793) 1811 - 1932 (1952)Inventarisnummer:1986
[24] Interview Annie en Bennie Huirne
[25] Huirne archief/Akte van scheiding
[26] Huirne archief
[27] Eefsele, Sectie B huis, schuren, bouw- en weiland, akkerhout: 408, 1314, 1670, 1712, 1713, 2011, 2012, 2013, 2170; Lichtenvoorde: bouw- en weiland en hakhout, heide Sectie A: 2811, 3366, wei-, en bouwland, 3367, weiland, 3368, hakhout, 3463 bouwland; Beltrum: weiland, heide en hakhout Sectie F: 1283, 1284,1285, 1286, 1655,1656, 1837; Ruurlo: weiland Sectie D: 1417 weiland
[28] Huirne archief